Weg Wijs in NT2
Kennismaken met Nederlands voor nieuwkomers.

Structuur

Werken met Weg Wijs in NT2 maakt gebruik van werken op niveau door middel van verschillende kleuren. Voor snellere leerlingen zit er in de praktijk vaak niets anders op dan een paar extra opdrachten maken. Dit zorgt dat leerlingen gedemotiveerd raken en niet hun maximale leerrendement behalen. Ook zorgt dit voor extra werk voor de docent, die op zoek moet gaan naar deze opdrachten. In Weg Wijs in NT2 maken de leerlingen de oefeningen in het hele boek op het eigen niveau. 

Voor gealfabetiseerde beginners die baat hebben bij veel herhaling raden we niveau blauw aan. Voor de leerlingen die juist sneller door de lesstof kunnen gaan raden we niveau blauw-groen aan. Het vervolg van het blauwe boek is niveau groen en het vervolg van niveau blauw groen is niveau rood. Op deze manier bereiken leerlingen meer op hun eigen niveau. De oefeningen van niveau blauw en blauw-groen zijn opbouwend en worden steeds ingewikkelder, tot het referentieniveau A1.  

Voor de basis is de woordenlijst per thema het belangrijkste, vanuit hier zijn afwisselende opdrachten ontwikkeld. Tussen inoefenen met de woorden door wordt ook een basis aan grammatica aangeboden waarin woorden en zinnen gebruikt worden die bij het thema passen. Ook zijn er lees, luister en schrijfoefeningen te vinden. 

In het resultatenformulier houdt de docent samen met de leerling de vorderingen bij. In dit resultatenformulier staan alle onderdelen die een leerling moet afronden voor hij/zij over kan gaan naar het volgende hoofdstuk. Hierin staan ook steeds 2 verschillende spellen per hoofdstuk. Als alles is afgerond, wordt een toets aangeboden. Deze toets is om in kaart te brengen of de leerling de stof begrepen heeft. Dit is namelijk nodig voor het vervolg. 

Na vier hoofdstukken volgt een herhalingsthema waarin de voorafgaande hoofdstukken door elkaar worden herhaald. 


Klassenmanagement 

De methode is op verschillende manieren in te zetten in de les. Hierbij is te kiezen voor het gebruik als hoofdmethode of als extra woordenschat methode. De lessen zijn zowel klassikaal als individueel inzetbaar. Dit is vrij te bepalen door de docent. 


Extra materiaal

Naast de twee verplichte spellen is ook een gevarieerd aanbod aan andere spellen en hulpmateriaal beschikbaar. Denk hierbij aan tenminste twee extra spellen en woordkaarten. Deze spellen zijn met alle leerlingen in de klas te spelen omdat het alle niveaus omvat.